Skip to content

Wettelijke verplichtingen blusmiddelen

Verplichtingen voor brandblussers en brandbeveiliging (België – 2024)

In België zijn de voorschriften voor brandveiligheid vastgelegd in het Koninklijk Besluit Basisnormen van 7 juli 1994 en latere wijzigingen, aangevuld met de bepalingen uit het ARAB / Codex Welzijn op het Werk en de NBN-normen. De basisnormen gelden voor het gebouwcasco, terwijl de projectie en het beheer van brandblusmiddelen afhangen van de gebruikersfunctie en de specifieke brandrisico’s binnen het gebouw.

Toepasselijk kader

OnderdeelJuridisch kader / normToepassing
Brandveiligheid casco gebouwKB Basisnormen 07/07/1994Minimum brandveiligheidseisen bij bouw en verbouwing; geen detailregels over inrichting of gebruik.
Brandpreventie op de arbeidsplaatsARAB – Titel III Hoofdstuk III / Codex Welzijn op het WerkWerkgever moet passende preventie- en bestrijdingsmiddelen voorzien.
Onderhoud en beheer blustoestellenNBN S21-050 / NBN EN 3-7Inspectie, onderhoud en projectie van draagbare blusmiddelen.
BrandslanghaspelsNBN EN 671-3Jaarlijkse controle en onderhoud.
Certificering blustoestellenBENOR – via APRAGAZ of andere erkende instellingProductcertificering voor conformiteit met Belgische normen.

Algemene verplichtingen

Het KB Basisnormen legt de minimumeisen vast voor het gebouw zelf (het casco). De concrete projectie en het aantal blustoestellen hangen af van de gebruikersfunctie en het brandrisico binnen de ruimten. De werkgever of exploitant is verantwoordelijk voor de effectieve brandbeveiliging tijdens het gebruik.

  • Gebruik bij voorkeur Benor-gecertificeerde toestellen conform NBN EN 3-7.
  • Onderhoud uitgevoerd door een erkend keuringsbedrijf volgens NBN S21-050.
  • Blustoestellen correct geprojecteerd op basis van gebruiksfunctie, risico en loopafstand.

Projectie van blusmiddelen op basis van gebruiksfunctie

De hoeveelheid en het type blustoestellen worden bepaald volgens NBN S21-050 en de gebruikersfunctie van het gebouw. De normen onderscheiden onder andere:

  • Woonfunctie (privé) – geen wettelijke verplichting, wel aanbevolen: 6L schuim- of 6kg poederblusser nabij keuken of technische ruimte.
  • Publieke gebouwen (winkels, horeca, scholen, hotels, kantoren) – verplicht volgens KB Basisnormen en ARAB.
  • Opslag en industrie – verplicht; aantal en type blustoestellen volgens risicoanalyse door erkend preventieadviseur.

Stappen voor projectie volgens NBN S21-050

  1. Bepaal per zone de oppervlakte en de dominante brandklasse(n) (A, B, C, F).
  2. Selecteer het geschikte type blusmiddel met bijhorende beschermingswaarde.
  3. Bereken het benodigde aantal toestellen: oppervlakte ÷ beschermingswaarde, afronden naar boven op halve eenheid.
  4. Respecteer de maximale loopafstanden: 20 m, of 15 m in zones met verhoogd risico.
  5. Projecteer extra toestellen nabij keukens, trappen, nooduitgangen, technische lokalen en ruimten met publiek.

Gebruikersfunctie en risicoanalyse

De gebruikersfunctie bepaalt de mate van brandbeveiliging en het type blusmiddel. Een horeca-omgeving wordt anders beoordeeld dan een kantoor of opslagruimte:

  • Horeca – gebruik van ABF-/vetblussers verplicht in keukens.
  • Kantoor / administratief – standaard schuimblussers voor vaste stoffen en vloeistoffen.
  • Opslag / werkplaatspoeder- of CO₂-blussers afhankelijk van aanwezige brandstoffen of machines.
  • Publieke gebouwen – hogere dekking en kortere loopafstanden (15 m aanbevolen).

Verplichtingen per gebouwtype

GebouwtypeVerplichtingNorm / Richtlijn
Woningen (privé)Niet verplichtAanbevolen 6L schuimblusser of 6kg poederblusser. Rookmelder verplicht volgens gewestelijke regelgeving.
Appartementsgebouwen (gemeenschappelijke delen)VerplichtKB Basisnormen + lokaal brandweeradvies.
Publieke gebouwen (winkels, horeca, scholen, kantoren)VerplichtKB 7/7/1994 Basisnormen; ARAB / Codex Welzijn op het Werk.
Industrie / werkplaatsenVerplichtARAB; NBN S21-050 + risicoanalyse preventieadviseur.
OpslagplaatsenVerplichtVolgens risicoanalyse brand en type opgeslagen materialen.

Onderhoud en conformiteit

  • Gebruik uitsluitend Benor-gecertificeerde of EN 3-7 conforme toestellen.
  • Jaarlijkse controle door een erkende onderhoudsfirma conform NBN S21-050.
  • Elke blusser voorzien van onderhoudsetiket met maand/jaar van keuring.
  • Beheer en projectieplannen bewaren voor brandweer of verzekeraar.
  • Risicoanalyse actualiseren bij functiewijzigingen of renovaties.

Belangrijke nuance

Het KB Basisnormen geldt enkel als minimumniveau voor het gebouwcasco. De uiteindelijke veiligheidsinrichting en het aantal blusmiddelen worden bepaald door de gebruikersfunctie en de reële risicoanalyse van de exploitant of preventieadviseur.

Het KB Basisnormen bepaalt de basisvereisten voor veilig bouwen,
maar de gebruiker bepaalt de praktische brandveiligheid in gebruik.

Kernsamenvatting

OnderdeelVerplichtingNorm / Kader
Gebruikersfunctie bepalendVerplicht op basis van risicoanalyseKB Basisnormen + ARAB
Aantal blussersBepaald volgens projectierichtlijnNBN S21-050
LoopafstandMax. 20 m (15 m bij verhoogd risico)NBN S21-050
OnderhoudJaarlijks verplichtNBN S21-050 / ARAB
Certificering blussersBenor-keur aanbevolen / verplicht door brandweerNBN EN 3-7 + Benor
Casco vs gebruikKB Basisnormen = casco, gebruiker = invullingKB 07/07/1994 toelichting

Deze tekst is informatief. Raadpleeg steeds de actuele teksten van het KB Basisnormen, het ARAB / Codex Welzijn op het Werk en de relevante NBN-normen, of neem contact op met een erkend brandpreventiebedrijf of preventieadviseur.